.
Ik loop met de krukken onder de arm naar het stationsplein, naar de bus die mij over 11 minuten naar het ziekenhuis zal brengen.
Als ik vlak bij het bushokje kom wordt er een vrouw tussen twee controleurs in naar de halte gebracht.
Ze willen dat ze gaat zitten, maar ze blijft staan met haar grote weekendtas naast haar.
Ze wil hen omhelzen, maar dat weren ze af. En dan begrijp ik wat er aan de hand is: de vrouw is stomdronken.
Als de controleurs zeggen, dat over 11 minuten de bus komt begrijp ik, dat ze met "mijn" bus mee wil.
De mannen laten haar achter en meteen graait ze in de weekendtas naar een fles witte wijn, waar ze "klok-klok-klok" een fiks aantal grote slokken uit neemt.
Nog meer in de olie. Of is het onder de olie???
Enfin, de bus komt er aan en ik nestel mij ergens middenin en denk aan de op handen zijnde operatie. Hoe zal het gaan met die ruggeprik? Voel je dat?
De vrouw doet er bij de chauffeur heel lang over om haar pasje te vinden en te scannen.
Ik word ongeduldig.
Ik zal toch potverdikkeme niet te laat in het ziekenhuis komen?
Dan is ze eindelijk klaar en loopt door de bus naar achteren. Juist als ze naast mij is verliest ze haar evenwicht en dondert voorover en raakt nog even met haar mond de leuning van mijn bank.
Languit ligt ze roerloos in het gangpad...
(maandag verder)
.