.
Ineens is er paniek!!
Meneer Aap moet het land uit.
En waarom dat is, ja... dat is een heel verhaal. Misschien horen jullie dat nog wel eens, maar neem maar van mij aan, dat het heel vervelend is.
Meneer Aap is in alle staten.
Het land uit!
Hoe halen ze het in hun kersepit. Dat kan toch niet?
Hij heeft een heel leven opgebouwd hier.
Met vrienden en honkbal.
Met vriendin en de kleine prinses.
En dan het land uit? Neverevernooitniet!
Hij verzet zich met hand en tand en gaat dus naar Burgemeester.
Hij kent Burgemeester heel goed.
Van de honkbal. Samen zitten ze vaak te kijken op de eerste tribune. Naast elkaar met biertjes en lekkere nootjes. Heel genoeglijk, dus dat schept een band. Ze juichen bij iedere goede vangbal en het maakt niet uit of die van de tegenpartij is,
En wat ook fijn is aan Burgemeester: die heeft overal lak aan!
Soms is hij wijs en soms is hij onwijs!
Maar goed, meneer Aap gaat naar Burgemeester en vertelt wat er aan de hand is.
Nou is Burgemeester weer bevriend met een Hoge Piet van de regering.
En die moet meneer Aap gaan helpen.
Voor een vrijkaartje achter het eerste honk van een thuiswedstrijd bij Neptunus tegen Onze Gezellen wordt heel snel geregeld, dat meneer Aap een eeuwigdurende verblijfsvergunning heeft.
En die wordt hem niet meer afgepakt.
Neverevernooitniet! APPROVED!
.