Het is de laatste middag van december 2010.
Meneer Aap heeft een grote pan op het aanrecht staan. Een grote, gietijzeren oranje pan.
En in die pan... ligt deeg voor de oliebollen te rijzen.
Meneer Aap neemt dat heel serieus. Oliebollen worden anders veel te hard.
En ze dienen lekker luchtig te zijn. Vandaar dat rijzen.
Eigenlijk wil hij nu al beginnen met bakken, maar... hij moet zijn geduld bewaren.
En dat is nou net een beetje moeilijk voor meneer Aap.
Hij kijkt regelmatig onder de schone theedoek, waar het deeg onder ligt te rijzen.
Lekker veel krenten heeft hij er doorheen geroerd en hij wil er ook wat stukjes appel in doen.
Zou appel, die gezwommen heeft in rum, lekker zijn? Om er doorheen te doen?
Nee... toch maar niet. Doe maar gewone ouderwetse oliebollen. Met rozijntjes er in.
Als het deeg genoeg gerezen is gaat het grote bakken beginnen.
De hete olie sist bij iedere bol deeg, die erin gegoten wordt.
Als ze bruin genoeg zijn vist meneer Aap ze er uit en legt ze eerst op een stuk keukenpapier.
De eerst bol... Die is voor de kok zelf. Hij laat hem beetje afkoelen en bestuift daarna de bol met poedersuiker en hap! Suiker rond zijn bek. Heerlijk...
Hij pakt meteen een spiegel om te kijken hoe dat staat: een suikersnor...
Dan loopt hij naar de bijkeuken. Daar staat een fles heerlijke champagne. Nou ja... eigenlijk is het Cava, want die is net zo lekker en stukken goedkoper.
Hij zet glazen klaar. De schaal met oliebollen ernaast.
Hij zet glazen klaar. De schaal met oliebollen ernaast.
En dan wacht hij tot ze komt, zijn grote liefde, die vanavond deze laatste avond van het jaar met hem gaat doorbrengen.
Voor alle meneer Aap vrienden en voor alle lezers en Roosje, Wijs en Pier in de sneeuw:
EEN SPRANKELEND 2011
© Marlou Witzel
.